Dag lamprei,
wat doe jij op het terras?
Ja ja, draai je oren maar weg,
doe maar alsof je me niet hoort.
Knabbel maar aan de lentescheuten
in de bloembakken , onder de haag.
Spring maar in het rond.
Keutel maar wat raak.
Doe maar alsof je al ’n rammelaar bent.
Je moer roept je seffens wel tot de orde.
Die is wel wijzer. Niet zo dicht bij het raam,
niet op die mensensteen, niet aan dat huis!
Ach wat. Zolang je hier maar in het rond blijft springen.
Op het terras of in het gras.
Droogpruim en kookboek
blijven in de keukenkast.
Wees gerust.