wiegend op het stapritme van de dragers
glijdt de reiziger in zijn palankijn
steeds verder verre horizonten tegemoet
schroeiende herinneringen
aan zwoele zomernachten
teder gestruikel
op het littekenveld der
ongrijpbare artefacten
vrieskoud hittewaas
in ’t bagno der memorie
ploeterend in onvruchtbaar guano
loop ik onder ’n verzengend baldakijn
wurgende molensteenkraag van gemis