schommelwiegend over de rollers van je tafelberg
schrijlings in het galopzadel van je bekkenritme
breekt de dam van je hoogvlakte
zondvloedig over mij heen
orgastisch onzegbaar
peilloze cascade
maalstromende tederheid
slechts m’n laatste heilwens blijft
passioneel verdrinken in je mateloze minnespel
laat dit onnoemelijk onuitsprekelijke oneindigen