Toen je stopte met konijnenkeutels eten
(hou haar oorgroei in ’t oog zei de huisarts)
kwam je wenend thuis van de kleuterklas
dat de papa van de juffrouw (haar man
bedoelde je) een zwaar accident had gehad
hij was helemaal ‘schaap’ vertelde je
overtuigd het duurde echt wel even eer we
begrepen dat je eigenlijk lam bedoelde
Toen kwam ‘t hinkelen en touwtjespringen
potteke stamp en verstoppertje spelen
zingen en dansen en springen en lachen
met moekes grote schoenen een sjaaltje
op het hoofd beha vol appelsienen en
roodgeverfde lippen een oude handtas
aan de arm paradeerde je groots rond
mijn grote verleidster kleinste vrouw
Ijdeltuitjes groeien op en verschieten
van zichzelf wat gebeurd er allemaal
dat rare lichaam lijkt er niet meer
op en vertoont van die uitstulpende
dingen waar je niet op zit te wachten
niet meer fier op jezelf kijk je naar je
spiegelprofiel ‘ben je nu weer gegroeid?’
Vrouwelijke rondingen met een eigen wil
van die appelsienbeha werd je niet zo stil
schilderij RiaV * foto Pat Lowette