Niet in de aap waren we gelogeerd
maar wonderwel in ’t bofkontje
gisterenavond op dat feest
Bofkont van dienst de jarige vaneiges
omringd door vrienden familie en
ook zijn gasten dus bofkonten
La Catherinette drinkende vleesbrood
etende chocomousse snoepende
van kaas genietende bofkonten
Bofkonten zij die mochten nippen van
de taarten van tante Mien én tante
haarzelves die weer bakken mocht
Bofkonten de keuvelende en zittende
staande en kletsende schaterende
en rolstoelende aanwezigen
Bofkonten de luisterende lachende
schuifelaars slenteraars zangers
zelfs tête-à-tête fluisteraars
Zij die met een pin rondloopt met
daarop bofkont en hij die met
haar getrouwd is de bofkont
Bofkonten ten allen kant al dan
niet in op met pensioen druk
of rustig arbeidend nog
Als mensen samen ‘t leven vieren
bofkonten zijn het waar we over
schrijven kunnen blijven tot de
wijn in de man wijsheid in de
kan over een bordeel begint
genaamd in ’t bofkontje