Breedbandig naar de top
fietst mannetje naschools vrij
onder herfstse zon zoevende wind
Op ‘t hoogste uitkijkpunt
van die grasgroene spijker
in Arbedpark Noord wacht hij
Werpt zijn fiets aan de kant
opent in eenzame bravoure zijn gulp
en haalt zijn kroonjuweel te voorschijn
Windhaan van dienst draait rond
keert brallerig zijn rug naar de wind
sproeit meters ver geurvlag windafwaarts
Dribbelt armwuivend op en neer
heen en weer westwaarts gekeerd
eindelijk fietsend vriendinnetje gespot
Springt op fiets en wacht
wuift haar toe verder te rijden
duikt dan baltsroepend de diepte in
Rakelings ‘t wijfje tegemoet
volle vaart bronstige stoerheid
imponerend net geen aanrijding
Dan gelijk opgaand
hand in hand
uit vizier