Hoe kan ik je nu laten gaan
Je uitwuiven op het perron
Neuze neuze met treinruit ertussen
Kushandjes knipogen naloopje
Al die daer zegt dat lief dat komt,
dat lief dat komt,
die liegen erom.
Kere weerom, liefke, liefke,
kere weerom lievegom.
Hoe kan ik je nu laten gaan
Alleen de auto in en kere weerom
Beuze beuze voor die huismusse
Singlet tafelpret wezendoopje
Sa moeder zet den pot op ’t vier,
den pot op ’t vier,
dat lief is hier.
Hoe kan ik je nu laten gaan
Slechts mezelf om voor te koken
Geuze geuze om ’t af te kussen
Afdempige afdronk stroopje
Sa moeder snijdt nen boterham,
nen boterham,
dat lief is gram.
Hoe kan ik je nu laten gaan
Jij die nimmer gramt enkel lieft
Keuze keuze minnen en plussen
Allenig eenzelvig wezenloos hoopje
Sa moeder stop nu maer het vat,
nu maar het vat,
dat lief is zat.
Hoe kan ik je nu laten gaan
Verdronken in verlangen nog
Leuze leuze op naar ’t hoofdkussen
Zeker weten jij en ik bloemhoopje
Kere weerom, liefke, liefke,
kere weerom, lievegom.