Pat Lowette > Liefhebberij > Een open doekje
- 1 mei 1999 -
Liefhebberij :

Een open doekje

Dit was voor mij het teken
ik vond mijn muze
in doeken gewikkeld
amberrijke ogen en een satijnzachte blik
op een schapenvacht
bij het haardvuur
(zoals het in de boekjes staat)

 Laat mij je uit de doeken doen
je bovenkleed je onderkleed
zelfs je schaamdoek
wil ik laten vallen
genietend van je naaktheid
wetend ook dat naakt zijn pijn doen
want onbedekte leden maken kwetsbaar

 Ik zal je reinigen met het wasemende water
dat zooit op het vuur
de resten van lorren en lompen
de todden van je afspoelen
en je afdrogen met een baddoek
met de zachtste gastendoek die ik bezit
ik zal je schrammen deppen met een kompres
en als het nodig is geef ik je een mitella
neen zelf wil ik je draagdoek zijn
je steun in naakte dagen

Ik wil je niet blinddoeken
noch in de doeken leggen
muze mijn
jouw stralende schoonheid is daarvoor te groot
ook al begrijp ik je soms niet
jij die mij schommelt tussen
bodemloze verleiding en halsstarrige weigering
inspiratievolle nachten en dagen van leegte
schrijversdrift en roerloze vingers
aantrekkingspool en weg-wijzer
toenadering en afwijzing
eb en vloed

 Laat mijn hoofd toch rusten in je levenschenkende schoot
mijn lippen zich laven aan jouw zogende oase
mijn schip aanleggen bij jouw kade der geborgenheid
laat mij vrede ­vinden temidden de wervelende woordenstroom
die de draden aandraagt om jou te kleden
het weefsel om jouw naaktheid te bedekken
en met sacramentale devotie te bezingen
jouw charisma dat het poëtisch leven in zich draagt

Want dat is wat dichters willen doen
geen verzinsels of uitvluchten
geen doekje voor het bloeden
maar wel het juiste stuk textiel
het ideale lapje stof uitkiezen
om het op doek te zetten
te projecteren op het scherm
op vlag en wimpel
spandoek en schilderij
op papier vooral
want schrijvers houden van papier
van inkt
en van jou
mijn muze

 Wellicht heb ik een doek voor de ogen
verblind door jouw magnetiserende schoonheid
dwalend tussen Van Dale’s bladzijden
struikelend over mijn woorden
de gedachten die jij bij mij oproept
de letters die ik op mijn doekboom wil rollen
zeker is dat ik je tooien wil
met woorden die Mona Lisa’s blik doen verbleken
en verder reiken dan shuttles vliegen kunnen

 Vaak zal het amper een zakdoekje zijn
woorden tekortschietend om jouw naaktheid te bedekken
nauwelijks een halsdoek
een sjaal om je schouders
een mantilla misschien
schamele tooi
want opsmukken wil ik je
hopelijk af en toe her en der
lukt het jou te versieren met een doekspeld
een fibula

 Ooit wel eens
moet ik er geen doekjes meer om winden
mag ik mijn vest aantrekken
(zit het jasje goed zit het dasje goed)
en steek een lefdoekje in mijn borstzak
roep wat vrienden bij mekaar
en doe mijn boekje open
met wat gedichten amper
nauwelijks wat poëzie
en durf het toch te noemen
een open doekje

 

open doekje 001

schilderij RiaV * foto Pat Lowette

Zoek naar:

Recent

Labels

Archief

© Pat Lowette