Het is vandaag werelddag van de creativiteit en innovatie. Samen met het coronavirus verspreiden creativiteit en innovatie zich weelderig rondom ons, vind ik. De traditionele media en de ‘sociale’ media puilen uit van filmpjes met allerlei creatieve zangstondes, sportieve prestaties, toneelkunsterige voorstellingen, corona-kost kooksessies en ga zo maar door. Huiskamervensterramen zijn uitstalramen van solidariteit en verbondenheid. Stoepen stellen onvermoed tekentalent tentoon. En winkeletalages krijgen kunstacademische allures.
Ook in het taalgebruik sluipt een en ander door. De ‘social distancing’ wordt anderhalvemeteren of anderhalven, het werkwoord dat hoort bij de huidige anderhalvemetermaatschappij of anderhalvemetersamenleving. Al anderhalvend houden we dan maar voordeurvisites bij de vrienden, gaan op zwaaibezoek bij woonzorgcentrumbewoners of doen een raambezoek. Dat laatste kan dus niet alleen in de Schepenenvijverstraat in Gent, in de volksmond beter gekend als ‘t Glazen Straatje.
In de stad kan je met buren een balconversatie houden. Met vrienden die wat verder weg wonen kan je dan weer e-peritieven, de alcoholische variant van een gesprek waarin je aan het beeldbellen bent.
Dankzij fotovriend Y. leerde ik ook haarakari kennen, wat blijkbaar het resultaat is van een mislukte coupe corona: een poging om zelf kapper te spelen zeg maar.
Tijdens berenwandelingen gaan kinderen op berenjacht. Volwassen berenjagers halen dan weer hun fotografische jachtinstincten boven en posten digitaal de resultaten van hun fotosafari’s en fotoshoots.
‘Shoots’ inderdaad, want wat opvalt is het Engels dat doordringt in onze taal. En wat ik opvallend blijf vinden is hoe goed bijvoorbeeld Ben Weyts hierin is. Die Minister van Onderwijs die oh zo bezorgd is opdat kinderen ‘Nederlands’ zouden leren, in het bijzonder als Nederlands niét hun moedertaal is. De vertegenwoordiger van die partij die voor een ‘Vlaamse’ canon staat. En hij kletst ons – weinig creatief en weinig innovatief en noch minder taalbewust – met “preteaching” rond de oren terwijl aanloopleren en aanlooplessen zo heerlijk bekt… en ook ‘vanzelf-sprekend’ begrijpbaar is, zonder bijkomende uitleg.
Het is niet voor het eerst dat ik dit bizarre taalgebruik van ‘Vlaamse’ ivorentorenpolitici onder de ‘loupe’ neem. Wat houden sommige mensen blijkbaar van vakjargon waaruit moet blijken hoe geleerd en deskundig hun ego wel is. En wat vinden andere mensen dan weer iemand die dure stadhuiswoorden gebruikt toch een slimme mens… omdat die iets vertelt waar zij niets van snappen. Terwijl voor mij echt intelligente mensen hun moeilijke materie net kunnen vertellen op een manier dat ik als leek het begrijp. Thomas Hertog, natuurkundige aan de KULeuven, die op professioneel niveau kwantumkosmologisch meepraatte met Stephen Hawking doet dit volgens mij bijvoorbeeld wanneer hij geïnterviewd wordt voor het journaal om een of ander toe te lichten. Als Hertog het heeft over het universum dan kan ik hem volgen. Waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen dat ik fysica begrijp op zijn niveau, maar wel dat ik begrijp waarover hij aan het praten is. Het getuigt van passie voor zijn werkdomein én respect voor het publiek dat hij zijn werkdomein kan schetsen met een creatieve woordenschat en innovatieve beeldspraak die zijn publiek begrijpt, niet?
*******
Ik moest het schrijven even onderbreken. Mijn lief had graag dat ik mijn licht even laat schijnen om een vraagstuk mee op te lossen. Ik voel me opgelucht dat ondanks het duistere, besloten samenleven in corona-quarantaine zij nog steeds gelooft dat ik lichtgevende krachten heb.
Haar vraag: wanneer trekken we een dikke streep in de agenda en dus wanneer trekken wij getweeën de wijde wereld in… op vakantie. Haar bazinnen hebben nu al graag de vakantieplanning van alle medewerkers… maar wanneer zal het virus op vakantie zijn zodat wij terug uit ons kot mogen komen? Ik wil mijn spot wel laten schijnen, maar op welke kalenderbladzijde?
*******
We gaan, na de beeldbelvergadering van mijn lief, zonnig fietsen op zoek naar schatjes van patatjes… voor de puree die op het dagmenu staat. Blijkt dat de ambachtelijke zuivelwinkel naast de korte-keten-groentewinkel zelfgemaakte frisco’s heeft: vanille-ijs op een stokje, met een krokant laagje chocolade-met-noten. Ik krijg amper de kans om het te vertellen of mijn lief zorgt er al voor dat het ijsje niet in haar hand kan smelten… wel in haar mond. Dat was dus een overduidelijk startschot voor de zomer. Heb je het gehoord?
*******
(°) 13 + 39 = vrijdag de 13de, begin van de samenscholingsmaatregelen + 39 dagen