Pat Lowette > Dagschotel > 13 + 21 (°)
- 3 april 2020 -
Dagschotel :

13 + 21 (°)

Wat is vandaag voor dag? Oh ja, vrijdag: mijn lief wérkt vandaag niet thuis, ze ís gewoon thuis. Ze werkt niet aan haar pc, ze speelt op haar pc. Zo gaat dat bij mijn viervijfde-vrouw, het weekeind begint reeds op vrijdag. Joepie.

“Wat is vandaag voor dag? Manewoens donderdins zonvrijzater” vraagt ook E. Busken zich geregeldlijk af, dementerend terzijde van tijdsbesef? Jeroen Brouwers’ zeergeleerde hooggeboren professor Cliënt E. Busken is gevallen. Op zijn achterhoofd gevallen – starnakel of dement?  – en bloedend in een verzorgingstehuizend asielcentrum terecht gekomen. Daar wordt hij omringd door pleegverlenende cipiers in uniformoveralls en krijgen we James Joycerig-Ullysiaans elke observatie, associatie, gedachte,… te lezen want “ ik kijk scherp, neem helder waar, observeer, registreer, heb alles door, al denken zij en houden ze vol van niet”.

“Wat er toch door een mens zijn hoofd omgaat als hij zich een ogenblik laat gaan door aan niets bepaalds te denken, dus aan van alles door elkaar heen” bedenkt Busken, wiens gedachten niet zelden onderwerp van zijn denken vormen. “In godsnaam niet aan vroeger denken, al het huidige is angstaanjagend verschrikkelijk genoeg.”
Wat dat huidig angstaanjagende is, wat de cliënten, klanten, inwonenden – geen patiënten! – moeten ondergaan, sluipt vaak stoemelings in een zin of bijzin tussen Busken’s gedachten door. Zoals tijdens het gesprek met de op haar leptop, haar tokkelxylofoon hamerende psychevreetster. “In plaats van te luisteren, ze luistert nooit, is ze met rusteloze vingers bezig op die toetsen.”
De rechten van de cliënt? De erkenning van zijn mens-zijn? Busken verhaalt vol verzet en verontwaardiging over de onmogelijkheid van privacy want “Helaas kan de deur niet op slot”. Over de brutaliteit van een omgeving waar je, gekneveld in je rolstoel, zonder voorafgaande aankondiging langs achter wordt vastgegrepen, wellicht met “walgelijke voeltastgrijpgrabbelhuisdoktershandjes van plakkerig boetseerklei.” Over het hallucinant mensonterend gevoel van betekenisloos te zijn en zelf geen zeggenschap meer te hebben: “ze deden of ik er niet bij aanwezig was, over mij confererend als over een opgezet dier.”
Dit ontmenswaardigverwordend gevoel culmineert tot de zenitale terminale bedenking: “Hoe oud moet ik nog worden om jong te sterven.”

E. Busken schrijft – alter-egolijk? – op alle mogelijk blanke oppervlakken, zelfs oude faxrollen, met bestaande en onbestaande lettertekens uit oeroude en nieuwverzonnen alfabetten aan werken van universele intergalactische importantie. Misschien takelt zijn lijf wel af, als het gaat over pakweg naar het toilet gaan, misschien verschrompelt zijn brein, wanneer hij iemands naam wil vinden, maar in het diepste van zijn wezen levert hij nog steeds megalomane prestaties op de dansvloer, in zijn liefdesleven, als uitvindelijk ingenieur, … en vooral in het grommelend becommentariëren van zijn omgeving want: “Ik ben van alle cliënten alhier de enige normale.”
De kwaadheidsvulkaan ejaculeert wanstotelijke scheldpartijen. Bijtend commentariële gedachten van koningskennis en beroemdhedenvriend E. Busken. Dialoogvrij, want hij houdt zich doofstom, maakt zich onaanwezig, zodat hij met oog en oor voor detail vanuit zijn observatiepost in de tuin, op zijn eigen kamer of in de gemeenschapsruimte de anderen – met hun schuifelwagentje – in het oog kan houden.

Op zoek naar een spannend verhaal? Gelieve je te onthouden van Buskenlectuur. Wend je tot Nicci French & friends.
Mag het wat meer zijn? Taalcarnavallerig van aftelrijmerige eenvoud tot Latijnse eruditerigheid? Tussen schrijnende ouderdomspijn en wervelende woordkramerijen spelen zich de hilarisch beschreven momenten van E. Busken af in een “Woordenvariëteit als een bloementuin.” en met volzinnen waar de ik-figuur – of de schrijver? – duidelijk tevreden over is: “Is dit een volzin te ja of te neen.” Je proeft doorheen de volzinnen het gegniffel des schrijver, je ziet met eigen ogen de woordkunstenaar een verbale flikker slaan. Te ja dus, Jeroen Brouwers. Dit is een volzinnenboek waar de rijkerdanhetwoordenboek-woorden op schietschijfscherpe plaatsen neergeschreven zijn. Lekkerlijker dan een Italiaans ijsjeskraam. Heerlijkachtiger dan een marsepeinchocoladen Van Dale-winkel. Snoepgoederij waar ik nooit van verzadigd raak.

Nog een belangrijk ‘PS’, omdat goed nieuws mag gedeeld worden.
Collega K’s jonge dochter werd vanochtend in UZGent geopereerd en kreeg een nieuw hart. Midden in “the window of opportunity”  en met een oplossing voor alle logistieke uitdagingen in tijden van corona, kregen K en haar man vannacht een telefoon dat er een hart was gevonden voor hun dochter. Toen wij daarnet, in het zonnetje, langs K’s thuis fietsten om daar een kaartje in de brievenbus te steken waren zij net terug van het UZ en hadden ze hun stilletjes aan ontwakende dochter al even mogen zien. De belangrijkste horde is genomen. Nu duimen voor een voorspoedig herstel. Wij houden alvast de kaarsen brandend.

(°) 13 + 21 = vrijdag de 13de maart, begin van de samenscholingsmaatregelen + 21 dagen

Zoek naar:

Recent

Labels

Archief

© Pat Lowette