Gisteren was het de dag van de stem. Hoog tijd dat ik mijn stem laat horen denk ik, want mijn lief beweert dat ze mij ondanks alle coronaverwildering – baldadige baard, harkerige haren en wilde wenkbrauwen – altijd zal herkennen. Zij zal mij overal herkennen aan mijn grote mond, schaterlacht ze. Nooit geweten dat de afmetingen van mijn mond zo buitensporig zijn. 😉
En dan even ernstig mijn stem laten horen:
*******
Via VrtNws las ik de opinie van Patrick Vander Weyden, directeur van SOM, de federatie van sociale ondernemingen, opinie die eerder verscheen op sociaal.net. Het welles-nietes over rusthuisbezoek toont volgens hem aan dat er dringend welzijnsexperten en ethici mee aan de tafel moeten zitten om de exit-strategie na de ‘lockdown’ te bepalen. Zijn centrale vraag: “Hoe kan het dat beslissingen over de meest kwetsbare mensen in de samenleving, niet worden besproken met zij die voor hun zorg instaan?”
Ik ben het helemaal eens met wat Vander Weyden hier probeert aan te kaarten. Hij is trouwens niet de eerste die aankaart dat de ‘exacte’ wetenschappers – de virologen en epidemiologen, de statistici, de ‘facts and figures’-experts ,… – best zouden geflankeerd worden door menswetenschappers. Professor in de marketing Moenaert, die zelf zijn vader verloor aan corona, pleitte hier enkele dagen geleden ook al voor in Het Laatste Nieuws van 14 april: “Waar zijn de sociologen, gedragswetenschappers en communicatiespecialisten?”
Ik zou graag nog een stap verder willen doordenken, want het gaat niet alleen over de exitstrategie rond de corona-maatregelen. Enkele maanden geleden kwam in het nieuws dat de bewoners in Zweedse Woon- en ZorgCentra zelf kunnen kiezen en mee bepalen wat zij bijvoorbeeld zullen eten en welke activiteiten zij graag op het programma hebben staan. Het “tubbe-model” heet dit. Dit was in januari 2020 nieuws in onze Belgische kranten en op televisie. Ik denk nochtans niet dat ik mijn smaakpapillen kwijt raak of niet meer weet wat ik graag doe als ik oud word. Maar,… blijkbaar worden ouderen in Woon- en ZorgCentra vandaag wel vaak zo behandeld… en is het tegendeel – tot mijn verbazing – dus ‘nieuws’. Meer zelfs, de Koning Boudewijnstichting gaat hier zelfs mee “experimenteren”. Waarom in godsnaam? Om te zien of dit wel kan kloppen? Om te verifiëren of ouderen wel volwaardige gesprekspartners zijn? Om af te toetsen of rusthuisbewoners wel mensen zijn waarnaar moet geluisterd worden?
In opleidingen probeer ik telkens weer te herhalen dat bewoners van een Woon- en ZorgCentrum al zoveel zijn kwijt gespeeld. Ze hebben hun huis en het grootste deel van hun meubelen reeds achter zich gelaten, hun vertrouwde straat en buren, hun stamcafé en hobby’s, en noem maar op. Vaak hebben zij zelfs de partner verloren waarmee ze decennialang samen waren. De centrale zorgvraag is voor mij is dan ook: op welke manier kan ik als zorgverlener ertoe bijdragen dat deze mens minstens zijn menselijke waardigheid kan behouden in de zorg die hij van mij/mijn organisatie krijgt? Luisteren – in dialoog gaan – lijkt me een fantastisch plan om mee te beginnen. En om mee te blijven doorgaan.
Natuurlijk is een Alzheimerpatiënt anders dan iemand die enkel een lichamelijke beperking heeft, uiteraard is een Downpatiënt geen Parkinson-patiënt,… Maar, waar is de tijd en de ruimte om in dialoog te gaan met de ‘klanten’? Zal die tijd er ooit zijn als de zorg in economische handen rust en er winst moet kunnen gemaakt worden op de rug van ouderen, mensen met een beperking, kwetsbare jongeren,…?
Heel vaak verraadt taalgebruik het denken. In plaats van de ‘klant centraal’ te stellen, zoals in de meeste missie- en visie-teksten van zorgorganisaties – in allerlei bewoordingen – te lezen valt, stel ik vaak vast hoe makkelijk het is om te veralgemenen, te verengen, te één-dimensionaliseren. Bewoners die ‘zorgvragers’ worden genoemd bijvoorbeeld: taalgebruik dat mensen herleid tot een vragende afhankelijkheidspositie. Terwijl die ‘vragers’ zonder twijfel ook nog ‘gevers’ zijn, gevers van antwoorden, gevers van een eigen mening bijvoorbeeld. Mensen die nog iets te bieden hebben.
Niet alleen in organisaties, ook bij families stel ik dit vast. Ouders worden bijvoorbeeld niet meer papa en mama genoemd of opa en oma maar ‘de oudjes’: taalgebruik waardoor mensen herleid worden tot hun leeftijd en waardoor hun maatschappelijk positie, hun rol en plaats tegenover de spreker ontnomen wordt.
De rol van mensen verandert voortdurend. Ik ben klant in bijvoorbeeld de Lousbergmarkt en leverancier in bepaalde opleidingslokalen. Ik ben adviesvrager bij de IT-helpdesk en adviesgever als organisatiecoach. Ik ben – voluit – medestander van mijn lief, maar word fervent tegenspeler als we canasta spelen of scrabble. Ik ben een veellezer én een schrijver. En ga zo maar door. En vooral: ik vind het echt niet leuk als mensen mij een-dimensionaliseren tot één aspect van wat ik kan, van wie ik ben. En jij, lezer?
Hoe gaan wij als maatschappij om met kwetsbare jongeren? Met mensen met een beperking? Wat is de plaats van ouderen, gepensioneerden, economisch minder actieven, bejaarden,… in onze samenleving? Ik heb soms het gevoel dat het vrije denken hierrond samen met hen op rust is gesteld in allerlei ‘rusthuizen’. Weg van de wereld van de ‘gezonde’, ‘actieve’, ‘economisch rendabele’, ‘werkende’,… mensen. En, ik krijg onvoldoende het gevoel dat de naamswijziging naar Woon- en ZorgCentrum – fundamenteel – veel gewijzigd heeft aan het denken over de bewoners ervan.
Ik hoop dat op de dag dat dit lijf van mij meer zorg behoeft dan het eigen gezin kan dragen, er veel veranderd is. Want zolang ik helder van geest ben zal ik niet stoppen met mijn kritische vragen te stellen en mijn rechten als klant, zorgvrager, cliënt, patiënt, bewoner, bejaarde, mens, … op te eisen.
En aan iedereen die met aandacht wil luisteren naar mijn behoeften: ik ben benieuwd om jou te leren kennen. Tot dan.
********
De wolken komen hier in Gent het zonlicht verstrooien. We verhuizen van het terras naar binnen. Een glas cava en een boek zal troost brengen. 😉
*******
(°) 13 + 35 = vrijdag de 13de, begin van de samenscholingsmaatregelen + 35 dagen