- 26 maart 2020 -

13 + 13 (°)

Een opiniestuk over het feit dat al die virologen, spoedartsen en andere geïnterviewden mannen zijn. Ook al ben ik in hart en nieren een feminist,… die ‘al’ lijkt me een overdrijving. Ik heb ook wel wat vrouwengezichten gezien tijdens het journaal en ik lees hier en daar deskundige stukken van vrouwelijke experts, niet?
Een paar bladzijden verder lijkt het probleem zich vanzelf op te lossen. In een ander krantenstuk tonen de statistieken immers dat het vooral oudere mannen zijn die door het virus getroffen worden.
Bestrijdt corona de “male supremacy”? Complot-theorie zevendertig: corona is ontwikkeld in een labo door rebelse jonge vrouwen, om oudere mannen aan te vallen. Hoe meer mannen er op dat glazen plafond dood vallen, hoe sneller dat glas zal breken!

Luckas Vander Taelen schijft in “Poste restante” brieven aan bekende en onbekende mensen. Met een intellectuele monkellach op de lippen – althans dat veronderstel ik – veegt hij de ene de mantel uit, verbaal weliswaar, niet met een mattenklopper. Bij een andere vertelt hij de lachwekkende ideeën die door zijn hoofd spelen. En in de brief aan een derde sijpelen de grootse gedachten door die hem drijven.
Columns in de vorm van een brief aan zijn vader, de onbekende soldaat, Eddy Merckx, prins Laurent,… Heerlijke tussendoor-lectuur

En neen, ik lees niet heel de dag in kranten of  boeken. Alleen heb ik geen zin om telkens weer te vertellen dat ik mails beantwoord, telefoons doe, de telefoon opneem als mensen mij bellen, afspraken inplan,… Het mag iets meer zijn, toch?

Ik luister naar de wijze raad van ‘Blijf in je kot’ en lees allerhande mails. Afgesloten van de buitenwereld? Dan is er tijd voor bezinning. Tijd voor zelfreflectie. De levenscoaches en andere goeroes bestoken me met allerhande tips om ‘in de spiegel’ te kijken.
Heb ik vanmorgen nog pas gedaan. Mijn voortschrijdend inzicht? Na mijn hoofdhaar wordt ook mijn baard grijs.

“Count your blessings” is een van de gevleugelde gezegden van mijn Gents-Ghanese gabber. Ik hou hout vast – met een hand weliswaar – terwijl ik deze regels tik, want een mens moet het noodlot niet tarten. Mijn zegeningen zijn talrijk, in het bijzonder in deze corona-tijden. Een bed om in te slapen, onder een dak dat waterdicht is, in een woning waar naast tafels en stoelen nog een goedgevulde… boekenkast staat. Ook de koelkast is nog niet leeg. De buurtkruidenier zijn rekken liggen vol. De opdracht-annulaties overtreffen niet de financiële buffer. Op onze bankrekening verschijnt er maandelijks weerom een som die toelaat om inkopen te doen. In het UZ staan er op Intensieve Zorgen nog bedden klaar voor je-weet-maar-nooit. En het grootste deel van de week ben ik 24 uur per dag samen met mijn lief. Ik weet een boel mensen die het slechter getroffen hebben.

(°) Vrijdag de 13^de, begin van de quarantaine-maatregelen + 13 dagen