“Britten ondertekenen massaal petitie tegen hoge hakken op het werk.” Een titel op De Redactie, een kop in de krant,… en vooral meer dan honderdduizend mensen die het Britse parlement vragen een wet te stemmen om het wettelijk verboden te maken voor een bedrijf te eisen dat vrouwen hoge hakken dragen op het werk. Aanleiding: een incident waarbij een medewerkster op de eerste dag van haar interim-job te horen kreeg dat ze andere schoenen moest gaan kopen… of dat ze naar huis mocht gaan.
Welke correlatie valt er te bedenken tussen een tien centimeter hoge schoenhak en de professionele vaardigheid van een persoon? Zo’n verband kan toch alleen maar de vrucht zijn van machistisch denken dat vrouwen toelaat tot aan de onthaalbalie,… om vervolgens van boven het glazen plafond hun benen te kunnen begluren? En dit alles speelde zich af in de hall van een van de ‘big four’-consultancy bedrijven, wereldwijd gerenommeerd en gevolgd om hun ‘deskundige adviezen’. Wat zegt dit over onze maatschappij?
Het doet mij denken aan die ‘teamcoach’ die – na jaren te hebben gewerkt op een overheidsdienst Wonen – nog steeds niet wist wat het verschil is tussen een ‘ongeschikt’ of een ‘onbewoonbaar’ verklaring. Terwijl er over deze onderwerpen zeer expliciete wetgeving bestaat die duidelijk maakt dat het over fundamenteel andere kwesties gaat. Niettemin slaagde deze ‘male chauvinist pig’ er in medewerksters, die al decennialang ervaring hadden in de materie, te behandelen als hersenloze robots en hun ‘illegale’ instructies te geven… enkel en alleen omdat hij als ‘baas’ vond dat hij het voor het zeggen had.
Het doet mij ook denken aan die verantwoordelijke van een katholieke school die vindt dat leerkrachten hun engagement moeten bewijzen door aanwezig te zijn op een ‘open dag’. Verantwoordelijke die dit ook verwacht van een leerkracht – twee weken nadat ze begonnen is met haar interim-opdracht – op een dag waarop al meer dan een jaar een dubbelfeest is gepland voor het huwelijkslustrum van de ouders en de zestigste verjaardag van de vader van de jonge leerkracht.
Is deze verantwoordelijke dan het voorbeeld van die ‘Goede Vader’-figuur waarover katholieken het zo graag hebben als synoniem voor hun ‘hoogste goed’, hun God?
Slaat ‘katholiek’ in die schoolbenaming niet op dat boek waarin ene Abraham te horen krijgt dat de Bijbelse God vooral géén mensenoffer eist? Dat boek waarin een gans volk wegtrekt en de farao van dienst achter zich laat om net te ontsnappen aan slavernij, uitbuiting en onrechtvaardigheid.
Ik vraag me af welke Bijbelse waarden en normen zo’n ‘katholiek’ verantwoordelijke in de mond gaat nemen tijdens de dialoog met de Islamgemeenschap? Welk ‘voorbeeldig leiderschap’ deze persoon geeft aan de leerlingen in die school? En vooral vraag ik me af of de hier beleefde principes uit de Bijbel komen of uit een onderdrukkend, burn-out-scheppend, neo-liberaal… zwartboek?
Kortom, wat moet er geleerd worden in het onderwijs? Het is goed dat dit weer eens ter discussie staat.