- 22 juni 2023 -
Gentse galanterieën :

Santenkraam

’t Is niet alleen in de Gentse stroatjes dat ge komeren tegenkomt. Hier in de kapel kunnen ze er ook wat van. Hoor ze kijven en keuren. Bavo voert het grote woord. Dat hij dé patroonheilige is van stad, kathedraal én bisdom. Dat hij met respect wil behandeld worden. Denkt hij dat ‘n grote mond van hem ‘n grotere heilige maakt? Dat luider jeremiëren hem minder in de verdrukking brengt? Heeft hij er al bij stilgestaan dat dat zwaard aan zijn zijde en die valk op zijn arm oogt als ‘n  bourgeois ridder, zo’n Keizer Karellijk figuur waar Gentenaars historische allergieën voor hebben?

Dorothea staat erbij en kijkt ernaar. De rust zelve. De mand rozen in heur hand toont waarom bloemisten en hoveniers uit de wijde omtrek haar kwamen aanbidden. Tegen valse beschuldigingen ben je bij haar ook op het goede adres. Een tip voor facebook-gedupeerden en verketterde-twitteraars? Storm, brand noch doodsnood brengt haar van de wijs, laat staan zo’n kletskous als Bavo. Zou ze reageren?

Het is Laurentius die Bavo ‘t eerst van antwoord dient. Hij zet hem te kijk met een schalkse kwinkslag geput uit zijn verbijsterende boekenwijsheid. Bibliothecarissen en archivarissen richten zich tot hem. Net als bierbrouwers en kroegbazen trouwens. Maakte deze combine van boeken en bier dat ook Gentse studenten hem aanbaden? Kijk, kijk, het lijkt dat Laurentius daar staat te dansen – of is ’t waggelen – met zijn houten kop. Een zinsbegoocheling toch, of niet?

Daarnaast Rita – la abogada de imposibles, raadsvrouw bij hopeloze kwesties, ook door de studenten bezocht. Wellicht wanneer de examenperiode te moeizaam verliep? Ongelukkig getrouwden wendden zich tot haar, kinderloze, onvruchtbare vrouwen rekenden op haar hemelse tussenkomst. Slagers en vleescommerçanten brandden kaarsen aan haar voeten, terwijl zij bad aan de voeten van de gekruisigde. Stilzwijgende geloofsgetuige.

In bisschopsuitrusting bemiddelt Blasius voor veehoeders, wolbewerkers, blatende schapen en alles wat blaast of winderig is: molenaars, trompettisten, klaroenspelers, toeteraars, hoorndragers,…. Kwalen te over waarvoor Blasius word aanbeden: blaasziekten en blaren – natuurlijk, krentenbaard, keelontsteking en kiespijn, zelfs slangenbeten en de pest. Voor je gezondheid moest je bij Blasius zijn. Althans toen hij nog bereikbaar was. Nu staat hij net als die andere heiligen hier op een kluitje in ‘t koor van de vroegere kapel.

Achter hem pronkt Barbara. Als patrones van dakdekkers, metselaars, timmerlui en steenhouwers was zij al aanwezig voor de kapel onder dak was, om al die bouwvakkers te beschermen. Ook ‘t volk van de zware metalen aanroept haar: kanonnier en artillerist, klokkengieter en beiaardier, tot en met Dulle Griet. Zelf beschermvrouwe der gevangenen voelt Barbara zich hier duchtig gekluisterd. Wat doen ze eigenlijk al die beelden, op elkaar geprangd als een tros seminaristen voor ‘t ochtendgebed, hier in ‘t koor van de kapel, terwijl het verfbladders op hun hoofd sneeuwt?

Het lijkt alsof de ruimte alsmaar krimpt. Naast de opgestapelde kerkbanken draagt men tafels en lessenaars binnen, men zet er stoelen en pedestallen bovenop. Kapel wordt rommelkot. Geen kat die nog komt bidden, de muizen dansen op tafel. En op hun heilige hoofden godallemachtig. Een santenkraam vergane glorie. Gips of hout, ze wankelen allemaal die oude heiligenbeelden, houden mekaar nog amper recht, schommelen en schokken tegen malkander hoe meer bazaar men binnen smijt.  Daar heb je het al. Hoor je Bavo roepen? “Stop! Stop! Nu breekt mijn klomp.” “Klomp? Wat daar op de grond viel dat zijn wel twee vingerkootjes,” antwoordt Barbara, “met een beetje Tec7 zo opgelost”.

*****

“Santenkraam” verscheen in het boek Dwaalgang.

© Foto’s in Dwaalgang: Yves Moerman & Anqélique De Paepe

Zoek naar:

Recent

Labels

Archief

© Pat Lowette