Al een tijdje zijn de torenhoge flats van de Groene Wijk aan een ravijndiepe teloorgang onderhevig. Ooit, in tijden van hoogconjunctuur gebouwd als sociale woningen voor laaggeschoolden en andere ingeweken handarbeiders. Broodnodig kanonnenvlees voor de heroïsche na-oorlogse economische strijd die men duidelijk aan het winnen was.
Ondertussen is de Groene Wijk – met eufemistische straatnamen als Azaleastraat, Lelietjesdreef en Chrysantenlaan – eerder een ‘bruine’ buurt aan het worden. Niet met het gezellig, smoezelige van een ‘bruin’ café, maar met het doodse van een winters bos waarin groen ver-herfst is tot een donker, rottend, goorbruin bladertapijt.
Kortsluitingen omwille van verouderde elektrische installaties. Lekkende leidingen en radiatoren. Verstopte toiletafvoeren. Deuren die uit hun hengsels hangen. Ramen met enkel glas… Eigenlijk zou de ene blok na de andere gewoon moeten ontruimd worden en volledig gerenoveerd om daarna pas terug te bewonen. Sommige bewoners hebben al – met succes trouwens – een onderzoek tot ‘ongeschiktverklaring’ aangevraagd bij de Vlaamse Wooninspectie. Kortom, hoog tijd dat de stad de handen uit de mouwen steekt en het probleem aanpakt, samen met de Stedelijke Woonmaatschappij.
Zoals het hoort in deze tijden worden alle ‘stakeholders’ verzameld op een beslissende studiedag. Alle betrokken partijen komen hun zegje doen.
De Schepen voor Wonen opent uiteraard deze dag. Met zijn gebruikelijke praatje. Het lijkt wel een verkiezingsmeeting terwijl hij al jaren verkozen is. Hij heeft dit verhaal al tientallen malen tegen dezelfde mensen verteld, maar geduldig laten zij hem uitspreken. “Onze stad is er voor alle bewoners, we werken aan optimalisatie van de sociale ruimte, de leefbaarheid voor elke inwoner is belangrijk,… “Tot zijn spijt moet hij zich na twintig minuten verontschuldigen: zijn drukke agenda laat het niet toe de rest van deze belangrijke dag voor de toekomst van de stad en haar bewoners bij te wonen, maar zonder twijfel zal zijn kabinetsmedewerkster hem wel op de hoogte houden.
“Bedankt beste schepen” vervolgt de Voorzitter van de Stedelijke Woonmaatschappij, opgegroeid in het zelfde Gildenhuis als de Schepen. En hij vertelt over die schitterende missie waar zijn Stedelijke Woonmaatschappij voor staat. Een woonverhaal dat hij illustreert met een wolkenkrabber-lange lijst slides waarop de bewoning en bevolking in cijfers wordt uitgedrukt. Cijfers van de laatste volkstelling uit 1991, het laatste OSO – Onze Stad Onderzocht – uit 2009, cijfers van de Verenigde Naties, de OESO, de EU,… Kortom, allerlei facts en figures die de luisteraars al lang in kranten en tijdschriften hebben gelezen. Terwijl ze hier zijn voor het aanpakken van het probleem, weet je wel!
Dat is gelukkig het pakkie-an van het Departementshoofd, dat na vijfenveertig minuten feiten en cijfers haar vertrouwen uitspreekt in haar man- en vrouwschappen, haar deskundige medewerkers en medewerksters, die zonder twijfel op het einde van de dag er in geslaagd zullen zijn om in deze moeilijke bezuinigingstijden een creatieve oplossing tevoorschijn te toveren. Ook het Departementshoofd begeeft zich naar andere werkdrukte en de deelnemers aan deze projectdag – ‘Een Bloeiende Toekomst voor de Groene Wijk’ – naar de koffietafel. Daar waar de geurig warme croissants en koeken hun de nodige energie zullen schenken om straks het probleem verder in kaart te brengen.
Drieëntwintig minuten later is het aan de Dienstdoende Directeur van de stedelijke afdeling ‘ Stad om te wonen’ om iedereen te verwelkomen en het belang van deze dag te onderstrepen. Hij wil er echt met volle energie invliegen om wat voor oplossingen dan ook te realiseren… die hem worden aangereikt tijdens deze dag. In volle vertrouwen rekent hij op zijn medewerkers en op de andere betrokken spelers om er vandaag voluit voor te gaan. Want het probleem moet drastisch aangepakt en definitief worden opgelost.
Hierna zet de Dienstdoende Directeur zich aan het beantwoorden van de vele e-mails die hem ook vandaag belagen. Voor de rest van de dag gaat zijn aandacht naar de bij zijn functie en status horende Blackberry. (Trouwens, zo ’n Blackberry is dat ook een van de vruchten die een straatnaam kreeg in de bloeiende groene wijk?)
Wat er groeit en hoe het gesnoeid wordt is natuurlijk een meer dan pertinente vraag. De vertegenwoordiger van dienst ‘Stad in ’t groen’ vertelt hoe de jarenlange ervaring van hem en zijn collega’s ‘groenlingen’ heeft geleid tot de met betrekking tot dit onderwerp meer dan nuttige kennis over de lengte van het gras in grasperken, speelhoekjes, enzovoort. Immers, indien het gras tekort zou worden afgereden is het veel te vlug vatbaar voor de 3 V’s: vertrappeling, verschraling en verdorring. Wordt het gras niet kort genoeg afgereden dan blijken de groene ruimtes daarentegen niet meer uit te nodigen tot spel. De kinderen – te beginnen met de jongsten en kwetsbaarsten – hebben dan sneller de neiging op straat te gaan spelen. ‘Stad in ’t groen’ engageert zich bij deze dan ook in de Groene Wijk nauwgezet wekelijks het gras te millimeteren zodanig dat de kinderen van deze doelwijk een fijne speelruimte hebben.
“Over speelruimte gesproken” sluit het diensthoofd van ‘Bemeubelde Stad’ zich onmiddellijk aan “is het interessant om weten dat de Stedelijke Universiteit zopas een onderzoek heeft afgerond, geleid door Professor Doctor Ebema, waaruit onomstotelijk blijkt dat gietijzeren straatmeubilair, geschilderd in weer helemaal up-to-date karrenwielgroen, buurtbewoners het meest aangenaam verpozing schenkt. De combinatie van de oerdegelijke robuustheid van gietijzer; het herkenbare, haast iconisch vertrouwenwekkende ‘design’; het basaal rustgevende – haast moederlijke geborgenheid schenkende – van de kleur groen, gecombineerd met dat top-of-the-bill Bokrijks karrenwielgroen zorgen ervoor dat straatmeubilair beantwoordt aan de verwachtingen rond een stad waarin duurzaam samenleven centraal staat. Zeker in de Groene Wijk…”
“Het gaat eigenlijk niet zozeer om een duurzame stad als wel over duurzaam menselijk contact” verduidelijkt vervolgens een hyperactieve straathoekwerker wier spring-in-‘t-velderige interventie moet illustreren hoe net in tijden van bezuinigingen en besparingen ware creatieve en duurzame relaties met de bevolking kunnen worden vorm gegeven. De mede-denkers rond de Bloeiende Toekomst voor de Groene Wijk krijgen van hem een verslag van het innovatieve, spitstechnologische praatpalen-proefproject in de wijk Over ’t Water waar op elke straathoek een praatpaal werd geïnstalleerd die onmiddellijk wordt geactiveerd via de infrarode sensoren wanneer menselijke beweging wordt waar genomen. Een vriendelijk verlicht LCD-scherm toont vervolgens het gelaat van de straathoekwerker met PPP – praatpaalpermanentie. Deze kan nu de flanerende bewoner bemoedigend toelachen om te zien of hij/zij al dan niet zal aangesproken worden. Op deze manier blijkt het mogelijk dat één straathoekwerker overdag liefst zeventien straathoeken kan bemannen en ’s nachts zelfs vierenvijftig. Zonder twijfel zou het voor de Groene Wijk goed zijn om…
Zachtjes geattendeerd door een elleboogstoot van zijn Strategisch Consulente scheurt de Dienstdoende Directeur zich los van zijn Blackberry, dankt alvast iedereen voor de veelbelovende inbreng van de voormiddag, waarna hij de deelnemers uitnodigt van harte te genieten van de – besparingstijden, weet je wel – sobere broodjeslunch.
Er komen nog meer ellebogen aan te passen om iedereen uit de stapels biologisch belegde bruine broodjes zijn of haar gading te laten vinden, benevens een versbereide smeuïge smoothie of gloeiendhete ter plekke opgegoten kruideninfusie. Een tweede, derde, voor sommigen zelfs vierde passage langs de broodjesstraat gaat de ambtelijk verplichte koffie vooraf die kan verkregen worden aan de foodtruck van Geen Koffiepauze. Dit stedelijk tewerkstellingsproject leidt werkeloze zestigplussers op tot barista.
Mijnheer de Dienstdoende Directeur sluit de gelederen rond het spreekgestoelte om vervolgens zijn Srategisch Consulente het verloop van de namiddag te laten toelichten. Gezien de grootte van de groep deelnemers aan de vergadering zal iedereen in een carrouselbeweging kunnen deelnemen aan drie verschillende workshops te weten:
• Eentje rond het vertrekidee van dienst ‘Werkende Stad’ waarin men wil nadenken rond het activeren van de werkeloze bewoners van de Groene Wijk door het ter beschikking stellen van hamers, zagen, schroevendraaiers, zakken kalk, cement en dies meer. En dit in samenwerking met de vzw ‘Van Wanten’ die zelfredzaamheid als primaire doelstelling in haar basiseducatietrajecten heeft staan. Hetgeen overigens prima aansluit bij het idee van stakeholdership ofte mede-eigenaarschap waarmee de Stedelijke Woonmaatschappij voor dit probleem haar huurders wil benaderen.
• Een tweede vanuit het project 2222 van het Stadsontwikkelingsbedrijf dat gericht is op het uittekenen van de stad tegen 2222. Het project 2222 wil tijdens de workshop op zoek gaan naar de contouren waarbinnen de architectuurwedstrijd zich zou moeten afspelen waarover gedacht wordt om deze uit te schrijven rond de Groene Wijk ten einde de toekomst met een waarachtig visionair-duurzaam project te kunnen tegemoet treden.
• En tenslotte als derde de spelers van het Stadstheater in dialoog met de medewerkers van het Departement Burgergerichte Werking, Dienst ‘Dialoog in de Stad’, die tijdens deze ontmoeting met de deelnemers aan de workshop een doorleefde ervaring willen opbouwen rond de wijze waarop met de bewoners van de Groene Wijk in samenspraak kan worden getreden.
Tijdens de carrouselwissels – aangegeven door de Stedelijke Belleman die zijn ronde doorheen de vergaderzalen zal maken – zal de broodjesstraat veranderd zijn in een fruitstraat en worden er fruitsmoothies in plaats van groentensmoothies bereid. Ook de barista’s van Geen Koffiepauze staan nog steeds paraat. Aan de slag dus maar!
Roezemoezend volgen de deelnemers elkaar en lopen meer dan dertien minuten verloren vooraleer iedereen in het juiste lokaal voor de beoogde workshop is. Ook de carrouselwissels lijken niet van een leien dakje te lopen. De lerende traagheid van de barista’s, de verleidelijk fruitige frisheid van de smoothies of de zalige zomerse zonneschijn op deze herfstige dag? Om ‘ t even.
Weerom losgerukt van zijn Blackberry moet de Dienstdoende Directeur tot zijn spijt dan ook vaststellen dat er geen tijd over blijft voor een plenaire verslaggeving vanuit de verschillende groepen. De aanwezigen zullen echter zonder twijfel de inspirerende ideeën van deze dag verder kunnen hanteren tijdens hun dagelijkse inzet voor de leefbaarheid van deze stad waar wij allen zoveel van houden en die het verdient om zich op een toekomstgerichte en duurzame manier verder te ontwikkelen in het belang van al haar bewoners. Namens de Burgemeester, de Schepen voor Wonen en de Voorzitter van de Stedelijke Woonmaatschappij houdt hij er aan iedereen te bedanken voor zijn of haar onvoorwaardelijke inzet voor deze stad; hetgeen vandaag nog maar eens bewezen werd tijdens deze begeesterende topontmoeting van liefst honderdzevenendertig mensen die zich hebben gebogen over het oh zo belangrijke onderwerp ‘Een Bloeiende Toekomst voor de Groene Wijk’ dat hen allen zo nauw aan het hart ligt. Namens diezelfde Burgemeester, Schepen en Voorzitter is hij belast met de aangename plicht alle deelnemers uit te nodigen voor een afsluitend netwerk-moment.
Uit de coulissen duikt plots de butlerachtige wit-zwart-brigade van Dienst PR op – Protocol en Recepties – met plateau’s vol glazen biologische cava, vers geperst appelsiensap en mini-pizza’s, mini-tortillas, mini-wraps, mini-enchilada’s,… Voor elke stedeling wat wils.
De volgende ochtend
openen honderdzevenendertig mensen hun e-mail
en gaan verder met de waan van deze nieuwe dag.
Wordt het opnieuw een variant
op het millenia oude ‘brood en spelen’
of breekt eindelijk de Verlichting door?