“Iedereen heeft recht op een huisdier,… “ begon een krantenkop vorige week. Mijn mensenharen gingen terstond rechtop staan. Ik meende alweer de honden- en kattenbrigade te ontwaren, wier adepten je bij een eerste kennismaking vragen: ben jij een katten- of een hondenmens? Voor mij een vraag genre: ben jij een man of een vrouw? Nog nooit van m/v/X gehoord? Hoeveel letters telt het LGBTQIA-gamma vandaag? En let wel: men plaatst niet voor niets een “+” achter deze letterreeks. Er zijn vele geaardheden buiten de tweedeling man-vrouw. Of – in casu – hond-kat.
Is het vandaag nog toegestaan dat er mensen zijn die doelbewust en vervuld van beestige liefde ervoor kiezen om géén dieren in huis te halen? [Tenzij in porselein, houtsnijwerk of brons natuurlijk.] Welk antropocentrisch idee gaat er achter deze titel schuil? Op wat zijn die rechten gebaseerd? Wie verzint dit soort kromspraak? Zijn er nog steeds gelovigen die Gods Bijbelse woorden à la Genesis 1:28 hanteren om hun heerschap over vissen, vogels en andere dieren te verantwoorden? Mijn god, waar blijft het voortschrijdend inzicht?
Gelukkig voor mijn adrenalinespiegel en de rust van mijn huisgenoten zag ik tegelijkertijd in een ooghoek door het Arbedpark – de buurttuin – een zoveelste hond zijn/haar mens op sleeptouw nemen. Dagelijks zie ik zo tientallen dieren de woning verlaten met hun huismens aan de leiband. Dankzij deze dierlijke toewijding krijgen mijn buurmensen zo meermaals daags een portie lichaamsbeweging. Lief toch van al die honden.
Een werkpunt dat wellicht nog kan aangepakt tot meerdere eer en glorie van het welzijn hunner huismensen: bewustwording van de groene rijkdom rondom. Alteveel huismensen vullen hun longen wel met frisse lucht maar met hun ogen zijn zij nog verhangen aan de maalstroom van clickbaits op hun smartphone. Het lijkt soms zelfs of ze zich niet bewust zijn van hun band met de hond. Wat ook de aard is van die band – lederen streng, gevlochten touw, metalen ketting – ze trippelen rond zonder zich bewust te zijn van het hier en nu. Nochtans, als die huismensen even rondom zich zouden kijken moet er straks niet meer geïnvesteerd in een halfuur burn-outbestrijdende mindfulness of – godbetert – Xanax om in slaap te geraken. Hier en nu dus, beste honden, voor ons aller welbevinden: hou die huismensen bij de gezondheidsles.
Wat de laatste jaren wel opvalt: zowat alle honden zijn erin geslaagd hun huismensen zover te krijgen dat ze rondlopen met een voorraadje plastic zakjes. De kleuren verschillen van schijtbruin tot fluo-fel. En voor de verpakking kan een keuze gemaakt in de diervriendelijke mensenwinkel tussen een hip design of strak functioneel etui. Maar zelfs als de hondenpoepzakjes onverpakt in de rok-/broekzak worden opgeborgen komt het moment dat ze tevoorschijn worden gehaald en het daglicht mogen zien.
Dat is de bekroning van het moment waarop het de hond eindelijk is gelukt om zijn/haar huismens van de smartphone af te halen! Even hurken, een drol draaien en hupsakee. De huismens haalt een poepschep of poepgrijper boven of bezigt die routineuze zak-binnenste-buiten-grijp-en-draai-truc waarmee de drol vakkundig van grasveld of wandelpad wordt verwijderd. En vervolgens loopt de huismens achter de hond aan tot bij de dichtstbijzijnde vuilbak. Gelukkig staan er langs de Schelde en in het Arbedpark voldoende vuilbakken. Op andere plaatsen moeten de huismensen soms grote afstanden wandelen – een hand aan de leiband, poepzakje in de andere hand – vooraleer hun vrachtje te kunnen dumpen, arme sloebers.
Vertederend toch, die hond met zijn huismens. Blijft de vraag: heeft niet iedere hond recht op een huismens. Zou dat geen fantastische krantenkop zijn: “Elk dier heeft recht op een drollendrager!” Welke duurzame dierenpartij schrijft dit in haar programma?
Als ik weerom naar de krant(*) kijk blijkt dat de titel voluit “Iedereen heeft recht op een huisdier, ook wie het minder breed heeft.” luidt. Met een liefdevolle blik verhaalt journalist Geert De Weyer over de gratis zorg die huisdieren her en der kunnen krijgen – in Genk, Brussel en Gent onder meer – via de Stichting Prins Laurent. Zelfs als voormalig slachtoffer van een weinig hulpverlenende edoch des te bijtgragere Sint-Bernardshond kan ik hier volledig achter staan. Hopelijk vinden alle dakloze straathonden een huismens die zij kunnen engageren om hen als drollendrager te begeleiden naar zo’n dierendispensarium.
*******
(*) De Morgen 03/09/2024