Uit het gazon slierten mistige flarden
‘t onweer van vannacht verdampt nevelsgewijs
achter zwoelte bakt de roodkoperen ploert
verzadigd van vocht en zoelte
lamlendige loomheid
vissen zwemmen de vijver uit
eendekroos zeilt boven het grasveld
ganzen ploeteren gaggelend tussen boomkruinen
donderwolken bereiden klank- en lichtspel
van horizon plots bovenbuur
hagelknikkers bliksemvuur regenstriemen
bovenaardse donderstemmen wentelen Genesis ondergronds
het droge overspoeld door water
de uitspansels boven en onder weer een
hemel en rivieren niet te scheiden
daglicht deemstert gorgelend
oeverloos water
chaos
de aarde woest en leeg
duisternis over de diepte
over de wateren de Geest van God?