Op Goede Vrijdag gaf Hij de Geest
Aan wie?
Ik zie het voor mijn ogen
de dwingelandij van schuld en boete
catechismus van geest verstoken regels en dogma’s
in ‘t rijtje lopende wetsgeleerden
witgekalkte graven
Terwijl Hij vogelvrije parabels vertelde
Geestrijke verhalen
verbeelde wijsheid
Op Pasen is Hij verrezen
Hoe zo?
Ik hoor alreeds de vragen
de tirannie van Skepp en co
rationeel van geest verstoken feiten en cijfers
in ’t rijtje lopende critici
proefbuismensen
Het overgeleverde verhaal gaat echter
over zien met het hart
en smaken met de ziel
Her en der is hij verschenen
Echt waar?
Ik herken Thomas in mijzelf
het despotisme van geest verstoken schapen en bokken
uit ’t rijtje dwalende bodemloze
op zoek naar houvast
De weg naar Jeruzalem nochtans zegt Hij
begint met brood kruimelen
samen aan tafel in Emmaüs
Op Hemelvaart is hij opgestegen
Naar waar?
Ik sta naar boven te kijken
de heerschappij van geest verstoken groepsdwang
buiten mezelf liefst de rekenschap
wachtend op Godot
Onderwijl baart Hij verantwoordelijkheid
recht in mijn schoot
vanaf de eerst te werpen steen
Op Pinksteren verschijnt Hij
Aan ons?
Ik smacht ernaar wacht ernaar
de vrijheid van Geest verheven samenleven
boven onszelf buitensporig
onvermoede glorie
Laat uw vlammen gensteren
verzadig ons hart met Uw esprit
liefderijk rechtvaardig aards paradijs
In uw Geest beveel ik mijn handen
Goede Vrijdag 2013, 29/03/13