Frutselend futselend strijken slepende voeten bladmuziek
Eikenbruine fluistercampagnes en esdoornrood klankenspel
slieren door de bochten van het berkengele ritselcircuit
De zon schijnwerpert
op een grote paddestoel rood met witte stippen
Zie ik jou met Gentse slag heen en weer staan wippen
daarnet zwaaiarmige afscheidszoenen voor de rit
Je keek bleek leek pubertijdelijk kalververliefd
als op onze eerste dag
die met de slechtste croque monsieur ooit weet je nog
(Nu zijn we nog niet gaan lunchen in ‘simon says’,
waar ze beweren de ‘beste croque monsieur’ te hebben)
Handjevrijende herinnering dank je wel
Vliegenzwam van jewelste
koekenpangroot kabouterrood
zevenmaal zeven onder de berken in de herfstzon
Nog een liedje voor Jayden
nog meer gevaar gif en gal voor Jayden
(Mogen grootvaders ook bemoederen?)
nog een fantastisch verhaal voor Jayden
meeslepend als Kempense weerwolven
als hij wat groter is
Amanita snel volwassen worden hé
want wie niet wordt als kinderen
komt nooit in het koninkrijk der hemelen
aldus Mattëus 18, 3
Dus hou het maar op
“krak” zei toen de paddestoel, met een diepe zucht
allebei de beentjes hopla in de lucht
De zon onder
zonder zon dus schemeren witte stippen
op een rode paddestoel
onder ganzengegaggel de nacht tegemoet