Vandaag onder meer boodschappen doen, dat wil zeggen aanschuiven op de parking van het warenhuis, eenrichtingsverkeer tussen de winkelrekken, en noem maar op. Verder een zonnige fietstocht. En in de loop van de namiddag wordt er even beeldbellerig getoost met papa en mama in Mol. Vandaag zijn ze 67 jaar getrouwd. Geen oudstrijders maar oudgeliefden dus eigenlijk. De bubbels smaken wellicht even lekker, maar het is wel wat rustiger met z’n tweeën op het terras dan vieren met al hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen erbij. Dat zal hopelijk in de zomer wel kunnen. De feestdatum ligt in ieder geval vast, met dank aan het organiserend comité.
*****
Agendabeheer lijkt vandaag de dag leegtebeheer. Want, zowat mijn hele agenda-inhoud is geschrapt en telewerken is voor mij eigenlijk geen optie. Dus is er tijd in overvloed, ruimte zat in de agenda. Tijd om zelf voor ‘ambachtelijk’ brood te zorgen waarvan alle ingrediënten gekend zijn. De laatst keer zat het er boenk op: het deeg rees met de ervaringsdeskundigheid die stijgt.
Hoe vaker ik een brood heb gemaakt hoe beter het lukt: de mengeling van gewone bloem en speltbloem, de verhouding bloem en gist, de hoeveelheid toegevoegde zaden, pitten, havervlokken,… Want het echte keukenleven is niet altijd zoals het in de (recepten-)boekjes staat. En dat geldt niet alleen voor het brood. In het boek over kaasmaken wordt het snel duidelijk: verse ‘platte’ kaas dat gaat aardig en smaakt smeuïg. Maar al de rest? Zelfs op papier is dat een proces van proberen, riskeren en ervaring opbouwen.
Wat deze voltijdse huishoudelijke ervaring bij mij teweeg brengt: respect voor de vroegere generaties die – noodgedwongen – zelf voor hun eten, was en plas, voor hun hele huishouden moesten instaan met weinig of geen hulp van machinerie allerhande. Het huishouden is echt wel een voltijdse job, en… a never ending story. Zeker als wij ervoor kiezen niet zomaar te eten wat de voedingsindustrie ons aan zoete, vette spullen voorzet én we willen niet al te veel uit ons kot komen… De laatste dagen zijn dan ook vooral vertoeven in het hier en nu van het huishoudelijk werk.
Mijn lief ‘verdient’ de kost en ik maak de kost. En ook, ik zie de stofvlokken opduiken en stuur ze de vuilbak in. Ik zie de vuilbakken volraken en breng ze ons kot uit. Ik zie de wasmand volraken en stop die kleren de wasmachine in. Ik zie de voorraadkast leeg raken en ga boodschappen doen. En ik geniet van de lichaamsbeweging die dat huishoudelijke werk met zich meebrengt, van de orde en netheid die her en der ontstaat in een ‘opgekuiste’ hoek, van te zorgen voor mijn lief op een andere manier…
Mijn agenda is dus misschien leeg, maar er is vast en zeker geen leegte in mijn leven. Ik moet de laatste dagen dan ook heel vaak denken aan Robert Pirsig die in 1974 zijn “Zen en de kunst van het motoronderhoud” publiceerde. Een boek dat ook vandaag nog steeds in herdruk gaat en verkocht blijft. Toen was ik nog student en was het kotgenoot Luc die dweepte met dit boek waardoor ik het ook ging lezen. Vandaag is het nog steeds een boek dat met de fundamentele levensvragen aan de slag gaat. En volgens mij valt het te hertalen naar “Zen en de kunst van het huishouden”.
Mijn tante nonneke noemde het ‘bidden’, Pirsig noemt het zen: bezig zijn met de afwas, de was,… met datgene wat je om handen hebt, met de handenarbeid van het moment. Het gebed of de zen van het moment schept – net door het opgaan in het hier en nu – verbondenheid met de fundamentele levenskrachten, met het overstijgende, het grotere-dan-mezelf dat schuilt in het diepste van mezelf.
(°) 13 + 33 = vrijdag de 13de, begin van de samenscholingsmaatregelen + 33 dagen